Johanna Catharina Jansen

Johanna is getrouwd met Douwe Klaas Rouwerda [Gezinsblad] [Familiestamboom]

Aantekeningen:

Geboorte:
Bron Burgerlijke stand - Geboorte
Archieflocatie Nationaal Archief (Rijksarchief Zuid-Holland)
Algemeen Gemeente: Kralingen
Soort akte: Geboorteakte
Aktenummer: 511
Aangiftedatum: 08-08-1893
Kind Johan Willem Nicolaas Jansen
Geslacht: M
Vondeling: N
Geboortedatum: 06-08-1893
Geboorteplaats: Kralingen
Vader Jacobus Carolus Jansen
Moeder Henriette Louise van Boeckholt

Johan is getrouwd met Aaltje Kleijn op 2 nov 1927 (civil) in Hilligersberg. Aaltje is geboren op 24 mei 1904 in Rotterdam; is gestorven op 22 feb 1985 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiestamboom]

Andere gebeurtenissen:

• Beroep: Kantoorbediende / Winkelier

Aantekeningen:

Geboorte:
Opmerkingen akte nr. 1447
Bron Rotterdam 1868 b168v

Jacobus is getrouwd met Henriette Louise van Boeckholt op 3 nov 1892 (civil) in Rotterdam. Henriette (dochter van Hendrik David van Boeckholt en Lambertina Frederika Propping) is geboren op 22 feb 1863 in Toboali (Ned. NO Indië); is gestorven op 30 aug 1949 in Schiedam; is begraven op 3 sep 1949 in Schiedam. [Gezinsblad] [Familiestamboom]

Andere gebeurtenissen:

• Beroep: Hoofdonderwijzeres

Aantekeningen:

Getrouwd:
Opmerkingen akte nr. 1299
Bron Rotterdam 1892 g070

Andere gebeurtenissen:

• Beroep: Kantoorbediende / Boekhouder

Johan is getrouwd met Cornelia Susanna van Bochove op 22 dec 1858 (civil) in Rotterdam. Cornelia (dochter van Jacobus Carolus van Bochove en Cornelia Bijleveld) is geboren op 29 mrt 1834 in Rotterdam; is gedoopt op 1 apr 1834 in Rotterdam; is gestorven op 21 aug 1921 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiestamboom]

Andere gebeurtenissen:

• Beroep: 1857: Militair Ambtenaar der 2e Klasse te Batiavia. 1862: Administrateur der Tinmijnen te Toboaly - Banka. 1862: Kommies te Timor. 1864: Vendumeester en Kassier Vendudepartement te Padang - Sumatra. 1868: O.I. Ambtenaar met verlof in Nederland

Aantekeningen:

Beroepen
1849 Departementsklerk te Batavia
1862 Administrateur der tinmijnen van Bangka te Toboali


Bijladen. f 10. !.] Tweede Kamer. i
Vaststelling van het slot der rekening van ontvangsten en uitgaven voor Nederl.-Indie over het dienstjaar 1878.

Ondanks bij besluit van den Gouverneur van Sumatra's Westkust de last was verstrekt, dat de toenmalige vendu-meester, tevens kassier bij liet vendudeparteiuent, te Padang H. D. VAN BOECKHOLT bij zijne aftreding, welke op 13 September 1867 plaats vond , zijne administratie in haren geheelen omvang moest overgeven, is die last niet opgevolgd , doch bepaalde VAN BOECKHOLT er zich toe slechts het in kas aanwezige geld aan zijn opvolger A. W. A. SCHOLTK over te geven, en kort daarop vertrok hij met verlof wegens ziekte naar Nederland. Behalve de gewezen vendumeester VAN BOECKHOLT had ter zake van de niet-opvolging der door den Gouverneur gegeven bevelen ook schuld de toenmalige superintendent van het vendudepartement te Padang A C. J. COBTS VAN BAGOBN , die krachtens zijne instructie had toe te zien dat de administratie van het vendukautoor naar eisen werd gevoerd, en verantwoordelijk was voor alle abuizen welke hij had kunnen en behooren te voorkomen. Intusschen liet VAN BOECKHOLT eene zeer verwarde administratie achter. Hij had verzuimd de voor eene behoor lijke administratie en goede controle voorgeschreven registers enz. aan te houden, waardoor de verificatie van zijn beheer zeer moeilijk was en niet met bekwamen spoed kon plaats vinden. Een en ander had ten gevolge, dat de verantwoording van zijn beheer over het 3de kwartaal (1 Juli t/m 13 September) 1867 , welke door zijn overlijden te Delft op 2 Juli 1868 krachtens artikel 94 der Comptabiliteitswet ex officio moest worden opgemaakt, eerst in Maart 1877 aan het departement van financiën werd ingediend. Zoowel deze als de overige verantwoordingen betreffende het beheer van VAN BOECKHOLT waren naar onzekere of onvolledige gegevens samengesteld en verdienden daarom weinig vertrouwen , zoodat omtrent het bedrag van het tekort, hetwelk op f 2594,06 was gesteld, geen volkomen zekerheid bestond. Onder die omstandigheden kon uit den aard der zaak bezwaarlijk worden overwogen, of er al dan niet termen bestonden om wegens de aan den lande veroorzaakte schade eene vergoeding op te leggen aan den toenmaligen superintendent COBTS VAN BAQÖBN , die trouwens mede reeds in 1868 was overleden. Uit overweging voorts dat het niet uit te maken was of het bedoelde tekort moest komen ten laste van den gewezen vendumeester VAN BOECKHOLT dan wel van zijn opvolger A. W. A. SCHOLTE, die later wegens gepleegde malversatien tijdens zijn eigen beheer bij arrest van het Hoog Gerechtshof van Nederlandsch-Indiö van 26 September 1877 tot de straf van zeven jaren tuchthuis is veroordeeld , werd bij het Indisch besluit van 12 Mei 1879 n°. 4 machtiging verleend om van het tekort een bedrag van f 1590,33» ten laste der begrooting te brengen. Dat in die machtiging niet het volle bedrag van dat tekort ad f 2594,06 werd genoemd, was aan eene vergissing toe te schrijven , daar het in de bedoeling had gelegen om het in zijn geheel voor rekening van den lande te doen nemen. Deze vergissing is sedert hersteld, zijnde krachtens het Indisch besluit van 16 Augustus 1888 n°. 20 het verschil ad f 1003,72* tusschen de beide genoemde bedragen mede ten laste der begrooting gebracht.

Hendrik is getrouwd met Lambertina Frederika Propping op 17 nov 1852 (civil) in Batavia. Lambertina (dochter van Carl Ludwig Propping en Trijntje Vlietstra) is geboren op 17 jul 1827 in Leeuwarden; is gestorven op 1 okt 1901 in Rotterdam. [Gezinsblad] [Familiestamboom]